CONTACT

Over de meerwaarde van persoonscertificering

19 april 2015
Peter

In deze blog wordt verteld over de wijze waarop de beroepsvereniging van kwaliteitsfunctionarissen zich aan het vernieuwen is langs de weg van persoonscertificering. Tegelijk is het een betoog over de voor- en nadelen van persoonscertificering als zodanig en waarom het juist in dit tijdgewricht actueel is voor elke beroepsgroep en –vereniging.
Deze blog heb ik geschreven op de terugvlucht van een weekendje Rome. Geïnspireerd neem ik de vrijheid de lezer te storen met wat foto's.IMG_1273

Van tegen naar voor

Ik was er tegen. Persoonscertificering. Gewoon intuïtief. Ik was gevraagd om aan een debat deel te nemen van de toen net opgerichte Nederlandse vereniging voor opleidingsfunctionarissen (NVO, Nu: NFTO). Het mij opgegeven onderwerp was dus persoonscertificering en gelukkig werd ik gevraagd om de tegenstem te vertegenwoordigen. Dat vond ik makkelijk. Niet weer een certificeringsvorm erbij, met alle bureaucratie erbij. Koester nu eindelijk eens de professionele vrijheid. Niet doen! Ik won het debat met naar ik meen een driekwart meerderheid.
Nu ben ik hard bezig om als lid van een werkgroep van het Nederlandse Netwerk Kwaliteit (NNK) persoonscertificering in te voeren. Als lid van de nieuwe examencommissie moet ik zelfs de inhoud van het examen vaststellen en op de correcte uitvoering ervan toezien. Ik kan het niet verhelen; van tegenstander ben ik voorstander geworden en werk ernaar.

Ironie

Dat is niet zonder reden. Dat debat vond plaats begin jaren negentig. Sindsdien is de wereld veranderd. Perfecte oplossingen zijn er niet, maar mits goed uitgevoerd kan persoonscertificering een nuttige aanpassing zijn op een scheefgegroeide praktijk. Ik zal mij nader verklaren langs drie lijnen, maar niet nadat er eerst 2015-04-19 12.07.18meer informatie komt over de wijze waarop zo’n stelsel werkt - en niet dan nadat ik de lezer eerst even iets van de ironie laat proeven dat het hier juist om de certificering van kwaliteitsfunctionarissen gaat. U weet wel: die merkwaardige groep functionarissen die u vragen processen te schrijven, normen toe te passen en in systemen te denken. Kortom; de dingen goed te doen. Juist die groep is zelf totaal ongereguleerd en niet in staat de goede dingen te doen. Misschien denkt de lezer wel: houden zo. Toch is dan wel het minste wat van de groep zelf gevraagd mag worden dat ze in de spiegel kijkt en zich te onderwerpen aan dezelfde maatstaf die ze anderen impliciet opleggen.

Over wie hebben we het?

Er zijn een kleine 500 professionals lid van het NNK. Daarnaast zijn er nog enkele honderden personen verbonden aan verschillende regionale kwaliteitskringen en zijn er nog meer min of meer georganiseerde groepen. Zelf ben ik letterlijk vanaf het eerste uur verbonden geweest aan het INK, het Instituut Nederlandse Kwaliteit en ben ik bijvoorbeeld voorzitter van een ‘gilde ‘kwaliteit publieke sector’ dat de denkkracht op dit punt wil vergroten. Toch blijft dit een relatief kleine georganiseerde groep ten opzichte van de – naar ruwe schatting – 15.000 personen die zich van operationeel tot strategisch niveau met (proces)kwaliteit bezig houden.
De kern van deze groep is klein, kent elkaar goed en is al aardig grijs aan het worden: ze zijn de kampioenen van de kwaliteitsgolf van de negentiger jaren. Een van de redenen om dit te doen is omdat verjonging hard nodig is. Gelukkig vertellen opleiders ons dat die verjonging er al wat aankomt, deels als onderdeel van een herwaardering van de kwaliteitsfunctie. Dat is een bus waar we hard in willen blazen.

Hoe werkt het?

Wat we nu als werkgroep doen richt zich op de groep die zich beroepshalve bezighouden met de inrichting en integratie van de verschillende kwaliteitsfuncties in een organisatie. Later komen daar functies bij, ook de meer operationele. Wij gaan de certificering doen op basis van de normen van de EOQ, de European Quality Organisation2015-04-18 17.47.52. Persoonscertificering betekent dus automatisch een erkenning op Europees niveau, geen onbetekenend punt. Deze keuze houdt wel in dat we ons houden aan de strakke, aan de ISO-normen gerelateerde aanpak die zij van ons vragen. Dat schuurt, want in Nederland kijken we uitgesproken kritisch tegen deze aanpak aan, waarover later meer. Toch merk ik dat deze aanpak er mede voor zorgt dat we op een maximaal objectiveerbare en zorgvuldige manier onze aanpak ontwikkelen. We maken daarbij mede gebruik van de kennis die onze collega specialisten in examinering hebben. Elke stap is doordacht en laat zich controleren.

Examinering en daarna

De basis wordt daarbij gevormd door een examenaanpak met meerdere elementen. Er is een examen met een theoretisch deel en een aan de praktijk ontleende groepsopdracht. Het theoretisch deel omvat vragen over de belangrijkste aspecten van het vak, inclusief enige statistische kennis. Wat precies de ‘body of knowledge’ is waar op getoetst moet worden, was een heikel punt. Dat heeft pas na heftige discussies tot consensus geleid en tot een onderliggende literatuurlijst waar zowel examenkandidaten als opleiders hun voordeel mee moeten kunnen doen.
Naast dit theoretisch examen is sprake van een groepsopdracht waarin deelnemers bijvoorbeeld moeten laten zien dat zij kunnen samenwerken (projectvaardigheden) en kunnen presenteren (we verwachten dat een goede kwaliteitsfunctionaris ook een goede opleider is). Bijzonder en aanvullend op de EOQ-aanpak is dat de opdracht een dilemma kent met ethische aspecten. Kandidaten moeten het dilemma kunnen onderkennen en er mee omgaan.
Na het examen worden de geslaagden geacht om met hun vak aan de slag te blijven via een actieve vorm van permanente educatie. Wie mijn andere blogs kent, weet dat hier stevig over is gesproken.

Tijdgeest

Laat ik de beschrijving van de aanpak hier even laten voor wat ze is en terug gaan naar de vraag van de meerwaarde van persoonscertificering. Waarom nu wel?
De eerste reden heeft te maken met de tijdgeest. Een tijdgeest waarin er veel minder grote bedrijven en instellingen zijn die op een grootschalige wijze aan kwaliteit werken en er des te meer kleine en nog kleinere samenwerkingsverbanden zijn. Ook voor deze samenwerkingsverbanden is aandacht voor kwaliteit essentieel, maar het laat zich niet meer op de klassieke wijze organiseren, zeker daar waar organisaties zelf niet of niet goed zijn gecertificeerd. Persoonscertificering is dan de aangewezen vorm waarin professionalisering plaatsvindt. Omdat we internationaliseren, is het vanwege de kansen op de arbeidsmarkt ook logisch dat dit een certificering op Europees niveau is, mee te nemen naar waar het werk ook is.

Rauwe realiteit

De tweede reden heeft te maken met de rauwe realiteit van het kwaliteitswerk van nu. Een realiteit die wordt bepaald door de razendsnelle uitwisseling van informatie, van wankele normen en een grote kwetsbaarheid voor incidenten. Als werkgroep zijn wij niet alleen bezig met de ontwikkeling van een goede examenaanpak. We verkennen ook de groepen waar het relevant voor kan zijn.
Zo kijken we nadrukkelijk naar de kwaliteitsfunctie in de zorg en naar die in de voedselketen. Beide kennen incidenten. Oh jee, wat kennen zij een incidenten! In beide sectoren kijken overheid en toezichthouder daarbij kritisch naar de kwaliteitssystemen in de sector. Kunnen ze er wel op aan? Wat is het alternatief? Zonder te pretenderen dat we met ‘de’ oplossing komen, denken wij dat het een verbetering zou zijn als de kwaliteitsfunctionaris een meer eigenstandige positie zou krijgen. We verwachten dat certificering helpt om de functionaris in dilemma-achtige situaties – de norm wordt net niet gehaald, maar de organisatie verwacht van mij dat alles doorgaat – kiest voor de eisen van het vak. Daarom besteden we er aandacht aan in de examinering en spreken we er over met bedrijfsleven en politiek en met beleidmakers en toezichthouders.

Kiezen en wieden

De derde en laatste reden heeft met de ontwikkeling van het vak van de kwaliteitsfunctionaris te maken. Het is bijzonder boeiend om met een zaal vol deskundigen in kwaliteitszorg bij elkaar te zitten en dan tot overeenstemming proberen te komen over de vraag wat een kandidaat eigenlijk moet kennen en kunnen. Dat kan eigenlijk niet – en toch moet het. Het onvermijdelijke is wel een beetje gebeurd: datgene wat kenbaar en meetbaar is (rationeel ‘blauw’ is in de ogen van de kleurendenkers) krijgt dan de overhand boven degenen die voor meer verander- of ontwikkelachtige benaderingen zijn. De meeste vragen in het theoretisch deel zijn in ieder geval nogal blauw. De winst is dat we ons ervan bewust zijn dat we het hier niet bij kunnen laten en dat we het praktijkexamen hebben om naar de meer persoonlijke kwaliteiten te kunnen kijken.

In de beroepsgroep hebben we ons nu een aantal jaren gepermitteerd om ‘duizend bloemen te laten bloeien’. Wat we te weinig door hadden, was dat er in feite steeds minder bloemen gingen bloeien. Kiezen en wieden komt het vak ook ten goede.

Is het ook iets voor u?

Dit zijn voor mij nu de belangrijkste redenen om persoonscertificering een kans te geven, in ieder geval als het gaat om de kwaliteitsfunctionaris.
Is het ook iets voor andere beroepsgroepen? Laat ik het zo zeggen: het ontbreekt in Nederland niet aan registers. Registers vol met personen die een examen hebben afgelegd en aan hun permanente educatie werken. Dat is een goede zaak en in die zin zijn we als kwaliteitsfunctionarissen wat mosterd na de maaltijd aan het maken. Tegelijk proef ik dat al die registers een beetje een doel op zich zijn geworden. Het leuke van het traject waar ik nu samen met mijn collega’s in zit, is dat het de eeuwige vraag ‘waartoe zijn wij op aarde’ weer eens indringend op tafel legt, waarbij we zo proberen te doen dat we niet voorbijgaan aan de ruwe realiteit van vaak onmogelijke eisen aan de professional. Dat moet de moeite waard zijn, dat zal meerwaarde hebben. Kijk vooral even of u eerste iets anders kunt beëindigen voordat u aan het ‘nieuwe’ van persoonscertificering begint, maar het is het overwegen waard.

Peter Noordhoek

lid werkgroep persoonscertificering NNK

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram