CONTACT

Een andere overheid na de formatie?

11 juni 2017
Peter

De plannen zijn gemaakt, de programma’s beschreven. De verkiezingen zijn geweest, de potentiële partners zijn aan het praten. En het lobbyen houdt nooit op. Eén van de bijdragen komt van binnen de rijksoverheid. Het overleg van secretarissen-generaal (SG’s) heeft op 28 maart jl. een brief aan de informateur gericht met een aantal punten van aandacht. De brief lijkt mij op zich niet controversieel en hoewel de brief constateert dat ‘het klassieke instrumentarium en de manier van werken van de overheid niet altijd meer volstaat’ zijn de conclusies die daaruit worden getrokken op het eerste gezicht allesbehalve schokkend. De SG’s keren zich juist expliciet tegen structuurwijzigingen en kiezen eerder voor geleidelijke dan voor radicale verandering. Dat lijkt mij nuchter, ook met de ernstige gevolgen van een aantal overhaastig doorgevoerde reorganisaties in het achterhoofd. De SG’s stellen zich overigens actief op: ’Wanneer bewindspersonen een gezamenlijke opdracht hebben, zorgen wij ervoor dat deze wordt uitgevoerd zonder tijdrovende en kostbare reorganisaties.’

Politieke terughoudendheid?

Of de politiek zich ook zo terughoudend zal opstellen ten aanzien van reorganisaties en grote plannen? De vraag stellen is hem beantwoorden. Tel je de verschillende programma’s op, dan zijn dat heel wat voornemens op een rij. De sfeer gaat richting grote plannen en intensiveringen, niet richting ‘meer met minder’ doen. Een groot aantal partijen in één coalitie betekent ook meer portefeuilles en ambities. Ondertussen hebben partijen wel opnieuw bezuinigingen ingeboekt door kortingen op de overheid en het is altijd weer de vraag hoe dat uit gaat pakken. De SG’s lenen op dit punt de legitimiteit van het CPB, dat zegt ‘dat een taakstelling van 1,5% de absolute bovengrens is en dat dit al zal leiden tot merkbaar kwaliteitsverlies en minder dienstverlening’. Als ik informateur was geweest, zou ik serieus hopen dat de SG’s hier wat meer hun nek hadden uitgestoken en ook hadden aangegeven wanneer en hoe de knelpunten gaan ontstaan. Maar aan de andere kant zullen de SG’s, en zeker de ondertekenaar, de heer Huijts, SG van AZ, daar al hun eigen kanalen voor hebben.

Inzetten op een andere houding

Het werkelijke interessante van de brief schuilt in de wijze waarop de SG’s denken dan toch een verdere ontwikkeling van de overheid mogelijk te maken. Ook dit is nergens echt nieuw, maar het is weer een stuk verder uitgewerkt dan bij de start van het vorige kabinet. In de kern gaat het om een benadering die heel erg is gericht op de houding en het gedrag van de ambtelijke professional. Die moet nog meer dan voorheen over grenzen stappen en partner zijn voor allerlei maatschappelijke actoren. Het onderliggende model blijft dat van de Algemene Bestuursdienst, de ABD. Een pool van generalistisch inzetbare ambtenaren. Nog meer dan in het verleden wordt van die moderne ambtenaar verwacht dat deze handelingsruimte krijgt en neemt om voor ingewikkelde problemen met maatwerk te komen, ook en juist als de regels niet toereikend zijn.

Maatwerk als maatstaf

Dit wordt het meest intrigerend uitgewerkt bij het onderdeel dat gaat over ‘maatwerk in dienstverlening’. Lees mee:

“In de dienstverlening streven we naar meer maatwerk voor eenieder met als uitgangspunt om ‘ongelijke gevallen in gelijke mate ongelijk te behandelen’. Met een goed gemotiveerde uitleg zou de uitvoerder de ruimte moeten kunnen nemen die nodig is om te komen tot een passende oplossing, door bijvoorbeeld rechten en voorzieningen toe te kennen die passen bij de persoonlijke omstandigheden van de burger. We bestrijden willekeur liever niet via nieuwe regels, maar via professionele checks and balances (zoals beslissingen in teams, professionalisering en intervisie).”

Echt boeiend. Het raakt ook direct aan de benadering zoals we die in de Beleidscoöperatie hebben verwerkt, of, waarschijnlijk dichter bij huis voor de opstellers van deze brief, het gedachtegoed van het Instituut voor Publieke Waarden. Mits slim uitgevoerd lijkt dit conceptueel de juiste weg, ondanks dat het de schijn van rechtsongelijkheid in zich draagt. Een wereld vol diversiteit moet divers tegemoet worden getreden.

Gok

Tegelijk is het in al z’n abstractie ook een behoorlijke gok om zo te gaan werken. Op onderdelen zal het zeker gaan lukken, maar is er voldoende spankracht over de volle rijksbreedte? De vraag stellen is hem beantwoorden. Maar wat is het alternatief? Je neerleggen bij een verstarde overheid is de samenleving veroordelen tot een kreupele hardloper.

En toch. Eerlijk gezegd begin ik mij zo langzamerhand af te vragen of er met alle knelpunten in de beschikbare mankracht, inclusief een forse veroudering, niet een andere, meer realistische benadering naast moet komen te staan. Het lijkt er op dat de rijksoverheid nog altijd onderschat hoezeer inhoudelijke kennis en continuïteit juist nu van belang zijn en hoe snel deze de deur uitloopt. Dat geldt nog het meest voor de ambtenaren die niet meer hoeven te dromen van een ABD-traject omdat ze te oud of laaggeschoold zijn, maar ondertussen wel over schaarse expertise beschikken. De belastingdienst zal noch de eerste noch de laatste zijn waar juist het verdwijnen van die functionarissen voor forse schade zorgt. Het is minder hip, maar bijspijkeren en (her)waarderen zijn binnen de rijksdienst net zo zeer aan de orde als het beleidswerk waarin flexibiliteit en beweeglijkheid de norm moeten zijn.

Kiezen voor stabiliteit

Je kan nog een stap verder gaan. In plaats van een benadering in de bekende lijn van ‘als de samenleving verandert, veranderen wij mee’, zou ook kunnen worden gekozen voor een lijn die neerkomt op ‘als de samenleving verandert, zorgen wij voor stabiliteit’. Voor elk deel van de rijksoverheid dat de spankracht en flexibiliteit kan opbrengen om over beleids- en uitvoeringsgrenzen heen te springen, laat je een ander deel zich steeds verder specialiseren en incrementeel verbeteren. Een speciaal soort meer senior ambtenaar zorgt voor de balans tussen de verschillende delen.

Concreter

Maar nu ben ik bijna net zo abstract aan het redeneren als de brief, althans op dit stukje. De brief maakt een en ander concreter met een paar zaken die ik van harte ondersteun, zoals:

  • De erkenning dat de rijksdienst onvoldoende divers is;
  • De doelstelling van een klimaatneutrale overheid (wel erg summier in de uitwerking);
  • Voorlichting en dienstverlening rond ‘levensgebeurtenissen (eindelijk);
  • De onderkenning dat niet iedereen langs digitale weg bereikt kan worden, wat tot een voor ieder een passende benadering moet leiden;
  • En de onderkenning van de kwetsbaarheid van ICT, helaas zonder concrete voorstellen.

Verdwijnen in het gat tussen openheid en verantwoording

Er komt een moment in de brief dat ik niet anders kan denken dan ‘tsja’. Onder nota bene het kopje ‘Een goede balans in openheid en verantwoording’ heb ik het idee onder een deken van mist te worden gelegd. Eerst wordt het streven naar actieve openbaarheid onderstreept. Zachtjes wordt een tikkie aan de collega’s gegeven richting meer openbaarheid: ‘Dat voelt soms misschien ongemakkelijk, maar het draagt bij aan acceptatie en begrip.” En “We denken dat het goed is” als er meer kennisuitwisseling komt met het parlement. Nee, dames en heren SG’s, jullie zijn al vele, vele jaren te laat daarmee en als je zelfs in deze fase van een formatie nog zo voorzichtig bent, hoe zit het dan als je weer onder het politieke juk wordt gesteld?

En het wordt er niet beter op als in bijna adem door wordt gepleit voor meer beslotenheid in het beleidsproces. Daar hebben jullie gelijk in, en terecht waarschuwen jullie voor het gevaar van zelfcensuur, maar hebben jullie het verdiend? En hoe gaan jullie dat organiseren? Het is op dit punt dat het totale gebrek aan aandacht voor toezicht, inspectie en handhaving in de brief schrijnend wordt. Je kan dat niet allemaal aan de IG’s overlaten. Alle beroepsgroepen proberen zich te schikken naar een passend toezichtregime. Hoe houdt de ambtelijke top zichzelf scherp, ook en juist als politieke beïnvloeding zo makkelijk lijkt?

Weging

Het geheel van de brief wegend en in een poging krediet te geven voor de noodzaak van enige omzichtigheid tegenover de politieke opdrachtgever, kan ik toch niet echt enthousiast worden van deze brief. Er wordt stevig ingezet op een nieuwe visie die de diversiteit van mensen en beleidsproblemen erkent. Prima, dat is veel beter dan een inzet die zich richt op vruchteloos uniformeren. Maar er wordt onvoldoende ‘tegen gedacht’ op de eigen inzet om het geloofwaardig te maken. Als het om de dienstverlening en andere uitvoeringskwesties gaat blijft het geheel wel erg steken in de erkenning van de problemen en blijft het vervolg hangen. het doet twijfelen of de geluiden van buiten de departementale top wel genoeg heeft bereikt en beroerd. De spanning tussen openheid en vertrouwelijkheid wordt terecht benoemd, maar dan wel als een hond die een bal voor de voeten van de meester neerlegt en dan met het hoofd scheef gehouden vraagt ‘Gooien, baas? Gooien?’ Sorry voor het beeld, geachte dames en heren, maar iets meer zelfbewustheid had niet misstaan. Zo krijgen we nog geen andere overheid na de formatie.

Peter Noordhoek

Bron: Brief met bijlage van 28 maart 2017 van het overleg van Secretarissen-Generaal aan de informateur, mw. drs. E.I. Schippers

Northedge

info@northedge.nl
 Copyright © 2020 -  All Rights Reserved
BTW nummer Northedge B.V.: 8192.31.472.B.01
KvK nr. Northedge B.V.: 29048758 Rotterdam
menu-circlecross-circle linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram