Trendwatchers zijn in hun uitspraken net als oliebollen: altijd net iets anders van vorm, maar per saldo erg voorspelbaar en vaak vet. Begin januari heb je spijt van elke bol en zit er opvallend veel lucht in je darmen. Als je eerlijk bent, dan weet je dat je er volgend jaar weer in zult happen. Voor het moment is het dus echt genoeg en zoek je naar een alternatief. Welnu, die is er: de blijfkijker. Lees maar mee.
Een trendwatcher is iemand die, het woord zegt het al, ‘trends’ beziet. Hij of zij maakt extrapolaties van het verleden naar de toekomst en gaat op zoek naar wat anders wordt. Het doel: zekerheid bieden in onzekere tijden. Om dat doel te bereiken gaan veel trendwatchers in feite een stap verder: ze verklaren het verleden tot bron van verderf en het heden onveilig. Het is de toekomst die veiligheid moet bieden. Wat raar eigenlijk, al past het binnen ons vluchtgedrag. Hoe dan ook: ze starten hun analyses onveranderlijk bij wat anders wordt.
Er blijft meer dan er verandert
Laat ik nou denken dat er veel meer blijft dan dat er verandert. Niet omdat ik per se aan het bestaande hecht- het gaat er juist om te kijken zonder vooronderstellingen - maar omdat het ronduit fascinerend is om te beschouwen hoe wij mensen in staat zijn om de buitenwereld zich steeds weer aan te laten passen aan onszelf. Daar zitten uiteraard grenzen aan. Toch is dat ‘blijfvermogen’ veel bepalender voor wie we zijn en hoe we ons opstellen dan al het spelen met het nieuwe. Ik versimpel, maar bij de trendwatcher hoort een voortdurend zoeken naar dat nieuwe en het snel vergeten wat niet vernieuwd werd. Bij de blijfkijker hoort een kijken naar wat blijft- en een blijven kijken naar wat er gebeurt. Overigens; het meeste dat blijft, blijft niet omdat het onbeweeglijk is, maar juist omdat het in een dynamisch evenwicht is. Bljft dat lang genoeg in stand, dan kunnen op die basis nieuwe toppen ontstaan, zoals in het Spaanse. Pas als iets langer blijft dan de dynamiek rechtvaardigt, ontstaat er ruimte voor echte vernieuwing.
Genoeg abstracties. Hoe kan een blijfkijker kijken?
Apple, blijvend slanker?
Het is fascinerend om te zien hoe Apple via de iPhone maar de toon blijft aangeven. Maar het blijvend succes van de iPhone geeft nog niet aan dat er ruimte is voor vernieuwing. 2014 was het jaar van de iWatch, in 2015 is die eindelijk ook in Nederland gekomen. En? Iemand nog een iWatch gezien in de terugblikken op het jaar? Het verkoopt wel degelijk, heeft wat vernieuwing gebracht, maar vooralsnogis het een marginale veranderingen ten opzichte van de permanente dominantie van de in de alweer 10 jaar geleden gelanceerde iPhone. Dat is een eeuwigheid geleden in de dynamische telefoonindustrie. Andere telefoons zijn in de buurt gekomen, maar allemaal spiegelen ze zich aan de iPhone in termen van het steeds zoeken naar slanker, slimmer en fraaier. Grappig genoeg komen juist daardoor alle fabrikanten niet aan wezenlijke productinnovatie toe. Alle innovatie blijft binnen hetzelfde kader: niemand durft te doen wat Nokia had moeten blijven doen: dikke telefoons met een vrouwelijke maken die over een eindeloze levensduur beschikken. Maar nu komt er een keerpunt. Het kwartje viel toen onlangs de Apple CEO Tim Cook aan het hannesen was met een eigen aanklikbare batterij voor de iPhone 6 (‘don’t call it a hulp’) en ongeveer tegelijk het gerucht ontstond dat in de iPhone 7 het gat voor het oortje zou vervallen om de telefoon nog dunner te maken. Ze weten het echt niet meer. Apple blijft wellicht, maar maakt ruimte voor vernieuwing. Het is wachten ‘till the fat lady sings’.
Televisie blijft telegeniek
Dit jaar moet het jaar worden van VR – Virtual Reality. Naast Oculus Rift zullen Sony en andere leveranciers met redelijk betaalbare manieren komen om echt in een 3D ervaring te leven en werken. Zelf verheug ik mij er op. Het potentieel is gigantisch. Toch denkt de blijfkijker in mij: waarom zou het VR anders vergaan dan de WII en de Kinnect? Dat zijn nog steeds opmerkelijke apparaten die het eigenlijk niet verdienen om nu al vergeten te zijn. Waarom was daarvoor kennelijk onvoldoende veranderruimte. Daarvoor moet je dan toch naar die ene grote blijver kijken: de televisie, oftewel het passieve kijken. Televisie past zich wel aan – denk aan het binchwatching met series, denk aan het gemak van digitaal opnemen – maar per saldo zit er nog altijd voldoende dynamiek in die oude kijkdoos, dat deze blijfkijker verwacht dat het nog zeker drie jaar zal duren voordat VR overal is, als het al zal gebeuren.
Waar gaan we de banen plukken?
En los van de leuke spullen; hoe zit het met de beurzen, of met de rente? Wat kan een blijfkijker ervan zeggen? Eigenlijk is het de vraag of de blijfkijker daar veel over moet zeggen. Beurskoersen en rentestanden zijn uiteindelijk slechts weerspiegelingen van wat blijft en hebben slechts zelden eigenstandig impact – er valt wat dat betreft zelfs een vraagteken bij Lehman Brothers te zetten. Interessanter zijn uiteindelijk altijd grondstoffen en het productievermogen van een bevolking. Zolang grondstoffen over bijna de hele linie zo goedkoop blijven, hoeveel verandering mag je dan verwachten voor de economie in haar geheel? En laten we ons vooral verheugen op het succes van onze Nederlandse startups, maar we moeten tegelijk in de gaten houden dat, ondanks 600.000 werklozen en duizenden duimen draaiende vluchtelingen, het de telers in het Westland al jaren en jaren niet lukt om werklozen in de kassen aan het werk te zette. De trendwatcher zal daar niet snel om malen, de blijfkijker wijst op het probleem, maar tegelijk ook op de kans op een grote kans op groei als we nu eindelijk eens de wig, het verschil tussen loon en uitkering, aanpakken. Soms is wat blijft alleen maar verstarring en is het wachten tot iemand de ruimte vindt.
Het politieke gat
En de politiek dan, de politiek? Nou, dit kabinet blijft dus. En blijft. Dan volgt een verkiezing met een lage opkomst, waarna versnipperd geschipperd moet worden tussen de realiteit van een onbruikbaar stemblok van de PVV aan de ene kant en een onmogelijke zetelverdeling in de Eerste Kamer aan de andere kant, gevolgd door bijna eindeloze coalitieonderhandeling, waarna vanwege de onvermijdelijkheid er een tussenkabinet Rutte III komt die tussen de provinciale statenverkiezingen van maart en de Europese verkiezingen van 2019 gaat vallen, eindigend in een politiek gat dat gevuld gaat worden via een spannende tweestrijd tussen PvdA en CDA, waarbij de laatste wint. En na deze in alle opzichten veel te lange zin, zal dus pas na 2019 blijken dat het blijvende voldoende verstard is geraakt om ruimte voor echte verandering te maken – en alles tegelijk hetzelfde blijft. Snap u?
Lange zinnen, korte beelden
Lange zinnen hoor je in te korten en het kan best zijn dat de werkelijkheid van alle dag dat ook gaat doen. Zo zou het zomaar kunnen dat die overwinning van het CDA binnen nu en een jaar al zal plaatsvinden. Of die van de PvdA. Wat echter niet waarschijnlijk is, is dat alle doemdenkers die het einde van de parlementaire democratie voorspellen, gelijk zullen krijgen. Geen referenda of vormen van digitaal stemmen zullen in de plaats komen van die merkwaardige analoge vertoningen in Den Haag en Brussel. Althans; zolang er voldoende dynamiek in de politieke arena is, krijgt radicale vernieuwing weinig kans. Fortuyn pakte de ruimte die rond 2000 door de stilte van Paars ontstond, Wilders maakte de ruimte groter. Nu ontstaat een nieuw gaat, maar Wilders bezet het gat dat Fortuyn eerder maakte. Het zal even duren, maar dan wordt ook het nieuwe gat gevuld.
Blijven kijken naar wat blijft
Deze tekst is geschreven toen ik een politieke prognose in bovenstaande zin aan het maken was. De volledige prognose houdt de lezer tegoed, maar hier komt dus het idee van de blijfkijker uit naar voren. Natuurlijk is trendwachtchen leuker en ja, er schuilt een groot gevaar in het vasthouden aan het bestaande. Maar daar gaat het dus niet om. Het gaat om het zoeken naar waar de ruimte voor verandering echt zit. Daarvoor moet je kijken naar wat blijft en blijven, blijven kijken. Pas dan valt een blik te werpen op wat echt kan veranderen.
Peter Noordhoek